Inhoud

• stadia
• Deel 1 Bepaal of u een droge of vette huid heeft
• Deel 2 Schat de kwetsbaarheid van de huid voor zonlicht met de Fitzpatrick-classificatie
• Deel 3 Evaluatie van de reactie van de huid op de zon
• Deel 4 De bescherming aanpassen aan zijn huidtype

In dit artikel: Bepalen of iemand een droge of vette huid heeftDe kwetsbaarheid van zijn huid voor de zon inschatten met de classificatie van Fitzpatrick De reactie van zijn huid op de zon evalueren De bescherming aanpassen aan zijn huidtype 40 Referenties

Er zijn verschillende soorten huid: vettig, droog, normaal, gevoelig of gemengd, een combinatie van de vorige soorten. Als u uw huidtype kent, kunt u bepalen welke producten u moet gebruiken om het gezond te houden. Naast het bepalen of uw huid droog of vettig is, kunt u ook de kwetsbaarheid en de reactie op de zon schatten met behulp van de Fitzpatrick-classificatie. Voor elk van deze vragen krijg je een cijfer. Vervolgens som je deze opmerkingen op om je huidtype te bepalen. Deze quiz kan echter de mening van een professional niet vervangen.

stadia

Deel 1 Bepaal of u een droge of vette huid heeft

1. 
   

   
   Let op de plekken met een droge huid. U kunt delen van uw huid opmerken die rood, droog, gerimpeld, saai en ruw zijn. Als je een droge huid hebt, kun je waarschijnlijk je poriën niet zien waar deze plaques groeien. Deze platen kunnen zelfs schubben maken en je krassen. Als uw huid de neiging heeft om vuil te worden, kunt u deze beschermen door de volgende stappen te nemen.
   • Vermijd lange warme douches. Neem een ​​douche voor 10 tot 15 minuten, op een aangename temperatuur, maar niet te warm. Douche niet meer dan één keer per dag.
   • Gebruik een milde zeep. Vermijd sterk geparfumeerde zeep. Boen je huid niet te hard tijdens het wassen, anders verwijder je de natuurlijke oliën van je huid.
   • Breng een vochtinbrengende crème aan na het douchen. Misschien moet u uw crème 's morgens en' s avonds aanbrengen.
   • Zet de verwarming niet te veel op. Als de lucht in uw huis erg droog is, gebruik dan een luchtbevochtiger.
   • Bescherm uw huid tegen schadelijke chemicaliën. Vergeet niet om handschoenen te dragen bij het afwassen of bij het gebruik van huishoudelijke producten.
   • Bescherm uw huid tegen de elementen. Bescherm het tegen wind, zon, hitte en koude. Al deze factoren dragen bij aan een droge huid. Bedek zoveel als je kunt en breng zonnebrandcrème aan, zelfs als het koud is, maar de zon schijnt.

2. 
   

   
   
   
   Herken een vette huid. Als je huid glanst, zijn je poriën erg zichtbaar en heb je de neiging om puistjes en mee-eters te hebben, heb je waarschijnlijk een vette huid. Overweeg in dat geval de volgende stappen.
   • Gebruik alleen "niet-comedogeen" cosmetica. Deze producten zijn geformuleerd om poriën niet te verstoppen. Dit is vooral belangrijk bij het kiezen van je make-up.
   • Krab niet aan je puistjes en mee-eters. Je zou ze alleen maar verergeren en de huid om hen heen irriteren.
   • Was je gezicht na het sporten of andere activiteiten waarbij je zweet. Was je gezicht echter niet meer dan twee keer per dag.
   • Gebruik milde zeep die je huid niet irriteert.

3. 
   

   
   Bepaal of je een gemengde huid hebt. Dit type huid komt veel voor. Veel mensen hebben op sommige plaatsen een vette huid, zoals op de neus, en drogen elders. De rug van de handen, ellebogen en benen bijvoorbeeld zijn meestal droog. Als dit het geval is, moet u uw zorg aanpassen aan elk deel van uw lichaam.
   • Delen van een vette huid kunnen de neiging hebben om te glanzen en mee-eters te ontwikkelen. Laat de puistjes en mee-eters op een vette huid genezen en was deze gebieden twee keer per dag. Gebruik alleen niet-comedogene producten.
   • Gebieden met een droge huid kunnen rood, aanslag en jeuk zijn. Breng regelmatig een vochtinbrengende crème aan op deze lichaamsdelen. Bescherm uw huid tegen extreme temperaturen, wind en chemicaliën.

4. 
   

   
   
   
   Als je een normale huid hebt, geniet ervan. Jonge mensen hebben meer kans op een normale huid. Je huid is waarschijnlijk normaal als:
   • je hebt zelden puistjes of mee-eters,
   • je poriën zijn niet groot of erg helder,
   • je hebt geen plekken met rode en droge huid die jeuken,
   • je huid ziet er gezond uit, het is uniform en elastisch.

5. 
   

   
   Zorg goed voor je huid. Wat uw huidtype ook is, u moet ervoor zorgen. Deze tips helpen u een gezonde, stralende huid te behouden. Ze kunnen worden toegepast, ongeacht uw huidtype en ongeacht uw leeftijd.
   • Verwijder dagelijks talg, dode huidcellen en onzuiverheden door uw gezicht te reinigen met een mild product. Dit voorkomt dat je poriën verstopt raken en puistjes opduiken. Dit helpt je ook om irriterende stoffen te verwijderen die gedurende de dag mogelijk met je huid in aanraking zijn geweest.
   • Ga niet naar bed zonder make-up te verwijderen. Je make-up zal tijdens je slaap in je poriën worden afgezet, verstopt raken en knoppen verschijnen.
   • Bestrijd rimpels door dagelijks een vochtinbrengende crème met zonnebrandcrème aan te brengen. Dit beschermt je huid tegen de effecten van de zon.
   • Niet roken. Roken zal uw huid sneller verouderen, het uiterlijk van rimpels bevorderen en het zal er niet fris en gezond uitzien. Als je rookt, probeer dan te stoppen om de kwaliteit van je huid te verbeteren.

Deel 2 Schat de kwetsbaarheid van de huid voor zonlicht met de Fitzpatrick-classificatie

1. 
   

   
   Let op de kleur van je ogen. Mensen met lichte ogen hebben meestal ook een blanke huid. Bepaal uw beoordeling op basis van de kleur van uw ogen.
   • 0.Lichtblauwe, lichtgrijze of lichtgroene ogen.
   • 1. Blauwe, grijze of groene ogen.
   • 2. Lichtbruine of bruine ogen.
   • 3. Donkerbruine ogen.
   • 4. Zeer donkerbruine ogen.

2. 
   

   
   Let op de kleur van je haar. Op dit punt moet u rekening houden met de natuurlijke kleur van uw haar toen u een jonge volwassene was en voordat u wit haar begon te krijgen. Bepaal de toon van je haarkleur.
   • 0. Rood haar, blond Venetiaans en lichtblond.
   • 1. Blond haar.
   • 2. Donkerblond, kastanje en lichtbruin haar.
   • 3. Donker bruin haar.
   • 4. Zwart haar.

3. 
   

   
   Classificeer uw huidskleur. Houd rekening met de kleur van uw huid wanneer deze niet wordt gebruind. Over het algemeen zal een donkere huid beter bruin worden en minder kwetsbaar zijn voor schade door de zon.
   • 0. De zeer witte huiden.
   • 1. Bleke en bleke huid.
   • 2. De huiden zijn helder, beige en goudkleurig.
   • 3. Olijf- en lichtbruine huiden.
   • 4. Donkerbruine en zwarte huiden.

4. 
   

   
   Analyseer je sproeten. Mensen met een lichte huid hebben vaker sproeten. Sproeten zijn kleine bruine puntjes verspreid op de huid. Ze verschijnen meestal na blootstelling aan de zon en hun diameter is over het algemeen d1 tot 2 millimeter. Analyseer de hoeveelheid sproeten die u ziet op delen van uw huid die niet worden blootgesteld aan de zon.
   • 0. Veel sproeten.
   • 1. Een relatief grote hoeveelheid sproeten.
   • 2. Slechts enkele sproeten.
   • 3. Zeer weinig sproeten.
   • 4. Geen sproeten.

Deel 3 Evaluatie van de reactie van de huid op de zon

1. 
   

   
   Bepaal of je de neiging hebt om te branden. Evalueer of uw huid de neiging heeft om te bruinen wanneer u wordt blootgesteld aan de zon, of dat het meer waarschijnlijk is om te branden, blozen en blaren. Zie de volgende notatie.
   • 0. Uw huid brandt, bloost, blaren en schilfert na elke blootstelling aan de zon.
   • 1. Uw huid brandt meestal, blaast vaak en heeft de neiging om te vervellen.
   • 2. Je huid brandt licht, maar meestal niet erg.
   • 3. Je huid brandt soms, maar niet heel vaak.
   • 4. Je huid brandt niet.

2. 
   

   
   Bepaal of u gemakkelijk bruint. In het algemeen geldt dat hoe meer de huid van een persoon de neiging heeft te branden, hoe minder deze zal bruinen en vice versa. Geef jezelf de volgende opmerkingen, afhankelijk van hoe gemakkelijk je bruint.
   • 0. Je wordt niet bruin.
   • 1. Je wordt bijna nooit bruin.
   • 2. Je wordt soms bruin.
   • 3. Je wordt meestal bruin.
   • 4. Je wordt altijd bruin.

3. 
   

   
   Bepaal of je goed bruint. Over het algemeen hebben mensen met een donkere huid de neiging om gemakkelijker en intenser te bruinen dan mensen met een bleke huid. Bepaal uw positie op de volgende schaal.
   • 0. Je wordt niet bruin.
   • 1. Je wordt een beetje bruin.
   • 2. Je kleurt goed, je kleur is duidelijk zichtbaar.
   • 3. Je wordt intens bruin en je huid krijgt een veel donkerdere tint.
   • 4. Je huid is van nature donker, maar wordt nog donkerder.

4. 
   

   
   Merk op hoe je gezicht reageert op blootstelling aan de zon. Sommige mensen hebben een gezichtshuid die gevoeliger is voor de zon dan anderen. Deze mensen hebben de neiging om zonnebrand te krijgen en gemakkelijker sproeten te ontwikkelen. Let op de reactie van uw gezicht op blootstelling aan de zon, volgens de volgende schaal.
   • 0. Je gezicht is erg gevoelig voor de zon. Je krijgt zonnebrand en ontwikkelt sproeten, zelfs wanneer je jezelf slechts voor een korte tijd blootstelt aan de zon.
   • 1. Je gezicht is gevoelig voor de zon. Hij krijgt zonnebrand en ontwikkelt gemakkelijk sproeten.
   • 2. Je gezicht is niet erg gevoelig voor de zon, je krijgt meestal geen zonnebrand en ontwikkelt geen sproeten.
   • 3. Je gezicht is goed bestand tegen de zon. Je kunt jezelf vaak blootstellen aan de zon, zonder de effecten op je gezicht op te merken.
   • 4. Je hebt nooit gemerkt dat je gezicht de neiging heeft om te branden of sproeten te ontwikkelen, zelfs na lange blootstelling aan sterk zonlicht.

Deel 4 De bescherming aanpassen aan zijn huidtype

1. 
   

   
   Als je huid van type 1 hebt, pas dan op voor beschadiging door de zon. Als je een totale score van 0/6 hebt behaald uit de vorige vragen, heb je een huidtype 1. Mensen in deze categorie hebben een zeer heldere huid en krijgen heel gemakkelijk zonnebrand. Om uzelf te beschermen, moet u de volgende stappen nemen.
   • Breng een sterke zonnebrandcrème aan met een minimale beschermingsfactor van 30 zodra je tijd buitenshuis doorbrengt. Het zou nog beter zijn om een ​​nog krachtiger zonnebrandcrème te gebruiken. Vergeet nooit je crème aan te brengen voordat je uitgaat, en niet alleen om in de zomer naar het strand te gaan. Overweeg dagelijks gebruik van een vochtinbrengende crème met zonnebrandcrème.
   • Beperk uw blootstelling aan de zon door het dragen van lange mouwen, lange broeken en een hoed. Uw huid kan branden, zelfs als het bewolkt is.
   • Raadpleeg minstens één keer per jaar een dermatoloog. U loopt een groter risico om bepaalde kankers te krijgen, zoals basaalcelcarcinoom, plaveiselcelcarcinoom of melanoom. Je moet je huid om de paar weken onderzoeken en kijken of je gezwellen of moedervlekken ziet die groeien of van vorm veranderen. Raadpleeg onmiddellijk een dermatoloog als u iets opmerkt.

2. 
   

   
   Als je huid van type 2 hebt, zorg er dan voor. Als je een totale score tussen 7 en 12 hebt, heb je huid van type 2. Huid van type 2 is iets minder kwetsbaar voor beschadiging door de zon dan huid van type 1, maar het brandt nog steeds gemakkelijk. U zult ook een zonnebrandcrème zorgvuldig moeten gebruiken. Neem de volgende stappen om uzelf te beschermen.
   • Breng zonnebrandcrème aan wanneer u buiten bent, of het nu zonnig is of niet. De eenvoudigste manier is om een ​​vochtinbrengende crème met zonnebrandcrème te gebruiken. Om effectief te zijn, moet de index van uw zonnebrandcrème ten minste 30 zijn. Jezelf zoveel mogelijk bedekken, lange mouwen, een lange broek en een hoed dragen, zal je ook helpen beschermen.
   • Ga minstens één keer per jaar naar de dermatoloog om je sproeten, moedervlekken en andere plekken te laten onderzoeken. U loopt ook een hoog risico op basaalcelcarcinoom, plaveiselcelcarcinoom en melanoom. Onderzoek uw huid elke maand en bel uw dermatoloog als u vlekken of moedervlekken ziet die groeien of van vorm veranderen.

3. 
   

   
   Vermijd zonnebrand als u een huid van type 3 heeft. Als je een totale score tussen 13 en 18 hebt, heb je huid van type 3. Huid van type 3 is van nature meer gepigmenteerd dan huid van type 1 en 2, maar heeft nog steeds last van de effecten van de zon. Neem de volgende stappen om de risico's te beperken.
   • Breng elke dag minimaal 15 zonnebrandcrème aan en stel uzelf niet bloot aan de zon tijdens de heetste uren van de dag. U moet binnen of in de schaduw blijven, zoveel mogelijk tussen 10.00 en 16.00 uur Als dit niet mogelijk is omdat u buitenshuis werkt, breng dan zonnebrandcrème aan en draag lange mouwen, een lange broek en een hoed met een brede rand.
   • Raadpleeg elk jaar een dermatoloog om een ​​mogelijk teken van kanker te diagnosticeren. Type 3 huid is ook kwetsbaar voor basaalcelcarcinoom, plaveiselcelcarcinoom en melanoom. Onderzoek uw huid elke maand om ervoor te zorgen dat u geen vlekken of moedervlekken ziet die groeien of van vorm veranderen.

4. 
   

   
   Als je een huid van type 4 hebt, probeer dan niet te intens te bruinen. Als je scoort tussen 19 en 24, heb je een huidtype 4. Dit betekent dat je meestal bruint en zelden verbrandt. Dit betekent echter niet dat uw huid niet door de zon kan worden beschadigd. U moet uzelf nog steeds beschermen door de volgende stappen te nemen.
   • Breng elke dag minimaal 15 zonnebrandcrème aan en vermijd blootstelling aan de zon als deze te sterk is. Blijf zo donker mogelijk tijdens de middelste uren van de dag.
   • Onderzoek uw huid elke maand, om mogelijke gezwellen en verdachte plekken te spotten en ga eenmaal per jaar naar een professional. Als u minder kwetsbaar bent voor huidkanker dan een lichtere huid, bent u niet volledig beschermd.

5. 
   

   
   Als je huid van type 5 hebt, let dan op schade door de zon. Als u scoort tussen 25 en 30, is uw huid type 5. Dit betekent dat u waarschijnlijk geen zonnebrand krijgt, zelfs als uw huid de zonnestralen absorbeert en door UV is beschadigd. Bescherm uzelf door de volgende stappen te nemen.
   • Breng dagelijks een licht zonnebrandmiddel aan, minimaal index 15. Dit beschermt je huid tegen ultraviolette stralen. Probeer jezelf ook niet direct aan de zon bloot te stellen op het midden van de dag, wanneer de zon het sterkst is.
   • Let op tekenen van acral-lentiginous melanoom. Dit type kanker ontwikkelt zich vaker bij mensen met een donkere huid. Het is ook bijzonder gevaarlijk omdat de tekenen verschijnen op delen van het lichaam die slechts licht worden blootgesteld aan de zon. Mensen neigen dan deze symptomen niet te zout voordat de kanker al is gevorderd. Neem onmiddellijk contact op met uw dermatoloog als u merkt dat uw handpalmen, voetzolen of slijmvliezen uitsterven. Onderzoek jezelf elke maand en ga één keer per jaar naar een specialist.

6. 
   

   
   Als je een huid van type 6 hebt, bescherm het dan allemaal hetzelfde. Als je een score van 31 of hoger hebt, is je huid type 6. Dit betekent dat je geen zonnebrand oploopt, zelfs niet als je wordt blootgesteld aan sterke zon. Je blijft nog steeds kwetsbaar voor huidkanker en moet jezelf beschermen.
   • Met behulp van een licht zonnescherm, index 15 minimaal, bescherm je jezelf tegen de meest gevaarlijke stralen. U zult ook moeten voorkomen dat u te veel in de zon blijft tijdens de heetste uren van de dag.
   • Weet hoe je een acral-lentiginous melanoom kunt herkennen. Mensen met een zeer donkere huid kunnen dit type melanoom ontwikkelen op delen van het lichaam waar ze ze vaak niet vroeg genoeg zullen herkennen. Deze taken ontwikkelen zich op de slijmvliezen, de voetzolen of op de handen. Mis uw jaarlijkse bezoek aan de dermatoloog niet en zorg ervoor dat u uw huid elke maand zelf onderzoekt om eventuele gezwellen te identificeren.